De angst voor het scherm - Fien Lampaert en Gita Deneckere

Fien Lampaert is studente Taal-en Letterkunde. Gita Deneckere is decaan van de faculteit Letteren en Wijsbegeerte.

   

Het gebeurt niet elke dag dat ik als decaan een mail krijg van een student (m/v/x). De drempel is blijkbaar nog altijd hoog om dat te doen. Dinsdag schreef Fien Lampaert me toch:

"Beste Prof. Deneckere

Fien LampaertMijn naam is Fien Lampaert en ik ben een student Taal-en Letterkunde. Ik schrijf u deze mail omdat er deze ochtend een zeer verontrustend berichtje in mijn mailbox verschenen is en ik de sterke drang heb om naar iemand te roepen—u bent onze decaan, dat betekent dat u wel wat inspraak hebt in beslissingen die genomen worden aan de UGent en dat veel mensen naar u luisteren. Ik vind het best wel intimiderend om u een mail te sturen, maar langs de andere kant ben ik een beetje hopeloos en wil ik heel graag gehoord worden.

Ik zal er daarom maar meteen invliegen door te zeggen dat het me ontzettend bang maakt dat we na deze maanden van online thuiszitten in februari opnieuw minstens zes lesweken online zullen voortgaan. Net als voor vele anderen zijn deze online lessen voor mij een goed tijdelijk alternatief om te blijven leren, maar niets meer dan dat: iets tijdelijks. Een beslissing als deze, alle lessen zo ver op voorhand online maken, lijkt mij niet alleen overhaast maar ook angstaanjagend—ik weet dat de situatie ernstig is en dat wij als universiteit gemakkelijker ‘opgeofferd’ worden zodat instanties als middelbare scholen bijvoorbeeld kunnen openblijven, maar ik krijg langzaamaan het gevoel dat wij als studenten op een online leven moeten overschakelen dat geen leven is terwijl dit misschien niet helemaal nodig is. Ik weet natuurlijk niet in hoeverre u het eens bent met de genomen beslissing en in hoeverre u daar nu nog iets aan kan veranderen. Ik weet alleen dat ik in code oranje begin dit schooljaar één dag in de week naar de Blandijn mocht gaan om daar ‘in het echt’ les te volgen—en die ene dag betekende ontzettend veel voor mij. Deze code rood staat synoniem voor uren en uren alleen achter een scherm, met geen vooruitzicht behalve nog veel meer weken, maanden achter datzelfde scherm. Cru gezegd: ik ben bang dat deze tijdelijke oplossing aan het veranderen is in een ‘mooi alternatief’ dat niet meer dient als noodoplossing, maar ook nog eens enthousiast toegejuicht wordt. Niets vind ik enger dan dat.

Enkele weken geleden heb ik een tekst geschreven over mijn bezorgdheid over de situatie: niet corona, niet de angst voor besmetting, maar de angst voor het scherm. Ik wed dat u het ontzettend druk hebt, zeker nu, maar ik zou het toch enorm appreciëren als iemand als u deze tekst zou lezen en zou begrijpen waar ik—en veel van mijn vrienden ook trouwens—zo bang voor ben.” (Lees de tekst

Heel erg bedankt om mijn mail te lezen.

Met vriendelijke groeten

Fien Lampaert”

Zo’n noodkreet komt binnen in de virtuele Blandijn. Ik ben er een hele dag niet goed van geweest, mijn collega’s van het faculteitsbestuur kunnen getuigen dat het huilen me nader stond dan het lachen tijdens onze Teams-meeting ter voorbereiding van de faculteitsraad. Een roze bril opzetten als de rector het licht op rood zet tot de lente, is ook voor mij als optimistisch ingesteld persoon écht niet evident. Van lente naar lente in lockdown. De levensdrift van jonge mensen gefnuikt door de angst voor een virus dat hun generatie amper treft. De rebel in mij wil dan samen met Fien en haar medestudenten luidkeels roepen ’Stop!’. Tegelijk ben ik als decaan ‘medeplichtig’ aan of minstens ‘medeverantwoordelijk’ voor een besluitvormingsproces waarbij ik van binnenuit wéét dat de strikte maatregelen niet lichtzinnig of overhaast worden genomen. De rector laat zich altijd grondig informeren door de adviezen van experten en laat zich daardoor leiden. Wie ben ik als decaan van een Letterenfaculteit, wat weet ik over levensbedreigende virussen, hoe kan ik de belangen van ‘mijn’ studenten, onderzoekers en lesgevers in overeenstemming brengen met het algemeen belang van een samenleving die bezwijkt onder de extreme druk van covid-19 op de zorgsector? Een worsteling, die me slapeloze nachten bezorgt.

Tot ik het stoïcisme (her)ontdekte: Er is slechts één weg naar geluk en dat is op te houden met je zorgen maken over dingen waar je geen invloed op hebt (Epictetus). Dat motto geeft me als decaan de nodige rust én moed in het volgen van de regels en tóch proberen er het beste van te maken. Through it together – er samen dwars doorheen, het is vóór alles een uitnodiging aan studenten om jullie stem te laten horen en in gesprek te gaan met ons, lesgevers. Schrijf zoals Fien wat je bezwaart, teneerdrukt, bang maakt. Woede en angst, eenzaamheid en moedeloosheid zijn negatieve emoties die velen delen op dit moment. Het verwoorden van wat je ervaart aan stress en spanningen, ook en vooral tegenover je lesgevers, kan een eerste uitlaatklep zijn. Veel collega’s van de faculteit staan daar echt wel open voor. Er is zelfs een hashtag #laat eens je prof uit. Studenten die hun proffen uitlaten om even op adem te komen na al die uren aan het scherm.

On/off campus, de UGent pakte ermee uit bij de start van het academiejaar 2020-21. Er is amper on campus onderwijs geweest het afgelopen semester. Maar het was wel de ‘rarity value’ daarvan die studenten gaande hield. Ik zag persoonlijk hun blije ogen achter die vreselijke mondmaskers tijdens de eerste weken Historische Praktijk I in de opleiding Geschiedenis. Zelfs eerste bachelorstudenten deden hun mond open tijdens die schaarse lessen, hun honger naar meer was mijn motivatie om ermee door te gaan ondanks de stijgende besmettingscijfers in oktober.

Misschien moet de UGent van het tweede semester 2020-21 - als het dan toch niet on campus kan – een on/offline semester maken. Waarbij het online lesgeven tot het hoogstnoodzakelijke beperkt wordt. ‘Live’ waar het binnen de coronamaatregelen mogelijk is, online alleen als het moet en zinvol is, offline om studenten de nodige ademruimte te geven en hun weg te laten zoeken. Less is more, ook voor de lesgevers.

Offline bevordert denk ik het mentaal welzijn. Fien en ik maakten donderdag een afspraak op de trabla’s en zijn een uurtje gaan wandelen in het Citadelpark. Het luchtte op, mij ook, een open gesprek te kunnen voeren in open lucht. Over haar tekst, haar angst voor het scherm, haar angst voor digitaal onderwijs als ‘het nieuwe normaal’.

Wat kon/kan ik zeggen als decaan? Dat de UGent er in het tweede semester wel degelijk universiteitsbreed naar streeft één on campus contactmoment per week voor de studenten te voorzien, ook voor modeltrajectjaren zónder essentiële practica. Dat de faculteit Letteren en Wijsbegeerte zal proberen om zoveel mogelijk essentiële practica en werkcolleges on campus te laten plaatsvinden, omdat bepaalde competenties nu eenmaal niet online kunnen worden verworven. We gaan dus coronaveilig voor het maximaliseren van echt levend(ig) onderwijs binnen de marges van het mogelijke.

Maar misschien is de wissel op de toekomst die we kunnen trekken nog veel belangrijker. Als afstandsonderwijs een blijver wordt, dan moeten we tijd nemen om lessen te trekken uit de gigantische gedwongen improvisatie-oefening van de afgelopen maanden. Studenten zijn geen machines die honderden slides op een dag kunnen slikken. Maar ook lesgevers zijn geen machines die met een druk op de online knop weten wat werkt en wat niet.

Voor mij persoonlijk is afstandsonderwijs de absolute dystopie. Zoals in As it used to be, een gelauwerde kortfilm uit 2013, lang vóór COVID-19 onze campussen, gebouwen en auditoria schoonveegde. De magie van het onderwijs in de 21ste eeuw in een filmpje van 8:13 minuten.

Maar ik realiseer me natuurlijk ook dat de digitalisering mogelijkheden biedt die we als UGent zullen (moeten) grijpen, om ‘mee te zijn met de tijd’, futureproof. Studenten en lesgevers die ‘het scherm’ nu – terecht - als een noodoplossing zien, hebben in die toekomstscenario’s wél iets te zeggen. Precies daarom wil ik het gesprek met Fien en co, als we eenmaal bevrijd zijn van covid-19 voortzetten. Er is licht aan het einde van de tunnel(visie) …